Wist je dat bij Hadj Tamattu’ eerst de ‘Umrah wordt verricht en daarna de Hadj?

Eén van de meest voorkomende manieren om de Hadj te verrichten is de Hadj Tamattu’. Je Hadj verdient de beste voorbereiding, het is maar één keer in je leven. Dit draaiboek neemt je stap voor stap mee door de Hadj Tamattu’, inclusief details die je niet zomaar op andere websites vindt.

Neem de tijd, lees aandachtig en doorloop elke stap serieus. Hoe beter je voorbereid bent, hoe makkelijker, veiliger en intenser je Hadj zal zijn, in shaa Allah.

Stappen ‘Umrah

  1. De grote wassing (Ghusl) alvorens al-Ihraam (gewijde toestand).
  2. Het parfumeren van het lichaam alvorens al-Ihraam. Dit geldt enkel en alleen voor de mannen. De kleren van Ihraam mogen echter niet geparfumeerd worden.
  3. Het aantrekken van de ihraam-kleren. Deze bestaan uit een boven- (Ridaa’) en een onderstuk (Izaar) voor de mannen.
  4. Aanvangen met al-Ihraam vanuit al-Miqaat. Je kunt bijvoorbeeld in Medina starten. Onderweg van Medina naar Mekka stop je bij Masjid al-Shajarah bij de Dhul Hulayfah Miqaat om te bidden en vervolgens de intentie uit te spreken. Je neemt de intentie om de ‘Umrah te verrichten, door het volgende te zeggen:

    Labaika Allahoemma ‘Umrah.

    لَبَّیْكَ اللَّھُمَّ عُمْرَةً

    Hier ben ik O Allah, voor het verrichten van al ‘Umrah.

    Alleen bij Hadj en ‘Umrah wordt de intentie uitgesproken. Bij de resterende daden van aanbidding zoals het gebed, de kleine wassing, het vasten enzovoorts, mag de intentie absoluut niet worden uitgesproken.

  5. Als men bang is belemmerd te worden in zijn ‘Umrah door iets zoals een ziekte, dan voegt hij hieraan een voorwaarde toe die hij aan Allah stelt door het volgende te zeggen:

    Allahoemma mahilli haithu habastani.

    اللَّھُمَّ مَحِلِّي حَیْثُ حَبَسْتَنِي

    O Allah, mijn plek van Tahaloel (plaats waar de gewijde toestand tot een einde komt) is daar waar u mij verhindert.

    Spreek dit niet uit voorzorg uit of om safe te zijn, maar alleen als je daadwerkelijk een onderliggende aandoening hebt of verwacht ziek te worden, bijvoorbeeld op basis van eerdere ervaring.

  6. Vanaf het moment dat men de intentie heeft uitgesproken, kan hij aanvangen met Talbiyah. Spreek dit luidop uit. Talbiyah luidt als volgt:

    Labaika Allahoemma Labaik, Labaika laa Sharieka Laka Labaik. Inna-Ihamda wani’mata laka walmulk, laa sharika lak.

    لَبَّيْكَ اللَّهُمَّ لَبَّيْكَ، لَبَّيْكَ لَا شَرِيكَ لَكَ لَبَّيْكَ، إِنَّ الْحَمْدَ وَالنِّعْمَةَ لَكَ وَالْمُلْكَ، لَا شَرِيكَ لَكَ

    Hier ben ik O Allah, hier ben ik. Hier ben ik, U hebt geen deelgenoot, hier ben ik. Voorwaar, alle lof en gunsten zijn aan U en de soevereiniteit (is aan U). U hebt geen deelgenoot.

    Het is aanbevolen om de Talbiyah veelvoudig te reciteren, vooral bij verandering in tijd en omstandigheden. Bijvoorbeeld als je een heuvel op- of afrijdt. Of als de nacht na de dag valt of als de dag na de nacht aanbreekt. Bij dergelijke veranderingen kun je Allah vragen om je het Paradijs te schenken en je bescherming te bieden tegen het Vuur. Talbiyah dien je niet in koor te reciteren. Als het per ongeluk in koor valt dan is daar niets op tegen.

  7. Het is soennah (aanbevolen) om de grote wassing te verrichten bij het binnenkomen van Mekkah. Betreed de moskee Masjid al Haram met uw rechtervoet binnen en zeg daarbij het volgende:

    Bismillahi, wassalatu wassalamu ‘ala Rasulillah. Allahumma aftah li abwaba rahmatik. A’udhu billahi al ‘adhim, wabiwajhihil karim, wasulttanihil qadim, mina ash-shaytani ar-rajim.

    بِسْمِ اللَّهِ، وَالصَّلَاةُ وَالسَّلَامُ عَلَى رَسُولِ اللَّهِ. اللَّهُمَّ افْتَحْ لِي أَبْوَابَ رَحْمَتِكَ. أَعُوذُ بِاللَّهِ الْعَظِيمِ، وَبِوَجْهِهِ الْكَرِيمِ، وَسُلْطَانِهِ الْقَدِيمِ، مِنَ الشَّيْطَانِ الرَّجِيمِ

    In de Naam van Allah (ga ik naar binnen) en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah. O Allah, vergeef mij mijn zonden en open voor mij de poorten van uw Genade. Ik zoek toevlucht tot Allah, De Grandioze, tot Zijn Achtbare Gezicht en eeuwige Koningschap tegen de vervloekte Shaytaan.

  8. Zodra men het bouwwerk van al-Ka’bah ziet, dient men te stoppen met Talbiyah.
  9. Wanneer men al-Ka’bah ziet dan kan hij het volgende zeggen:

    Allahoemma Anta Salaam, wa minka Salaam, fahayyinaa rabbanaa bissalaam.

    اللَّھُمَّ أَنْتَ السَّلَامُ، وَمِنْكَ السَّلَامُ، فَحَیِّنَا رَبَّنَا بِالسَّلَامِ

    O Allah U bent Degene Die vrij is van alle tekortkomingen. Veiligheid komt alleen van U. Begroet ons daarom -O onze Heer- met vrede.

    Deze Du’a is namelijk overgeleverd door Ibnoe ‘Omar.

  10. Eenmaal bij Mekkah aangekomen, dien je zeven keer at-Tawaaf (rondgang om al-Ka’bah) te verrichten, beginnend en eindigend bij al-Hadjar al-Aswad (de zwarte steen). Deze Tawaaf wordt Tawaaf ul-Qoedoem genoemd, oftewel de aankomstrondgang. Bij de aanvang van at-Tawaaf dient men de zwarte steen te kussen. Indien dit niet mogelijk is, dan kan hij zich beperken tot het aanraken ervan met zijn hand en deze vervolgens te kussen. Blijkt dit laatste ook niet mogelijk te zijn dan hoeft hij slechts naar de zwarte steen van een afstand te wijzen. Wijzen doe je door je hand op te steken richting de zwarte steen.

    Bij aanvang van de eerste Shawt (rondgang) zegt men: “Bismillah, Allahoe Akbar”, vervolgens heeft men de vrije keus om welke Du’a dan ook -in welke taal dan ook- te zeggen tijdens at-Tawaaf. Bij de overige rondgangen beperkt u zich tot het zeggen van “Allahoe Akbar” wanneer u de zwarte steen voorbijkomt. Hoogstwaarschijnlijk zul je vanwege de drukte alleen maar kunnen wijzen naar de zwarte steen. Wijzen naar de zwarte steen doe je bij elke rondgang, en dus niet alleen bij aanvang. Wel is het gewenst om iedere Shawt af te sluiten met de volgende woorden:

    Rabana Aatinaa fid-doeniyah hasanah, wa filaagirati hasanah, wa qinah ‘adhaaba an-naar.

    رَبَّنَا آتِنَا فِي الدُّنْيَا حَسَنَةً وَفِي الْآخِرَةِ حَسَنَةً وَقِنَا عَذَابَ النَّارِ

    O Allah, geef ons in het wereldse leven het goede, en in het hiernamaals het goede en behoed ons voor de bestraffing van het vuur.

    De precieze plaats waar deze woorden worden uitgesproken is vanaf ar-Roekn al-Jamaani (Jamaani-hoek) tot aan de zwarte steen.

  11. In elke rondgang dient men ar-Roekn al-Jamaani met de hand aan te raken indien dit mogelijk is, zonder deze te kussen. Kun je ar-Roekn al-Jamaani niet aanraken, dan dien je er niet naar te wijzen met de hand zoals bij de zwarte steen, maar loop je gewoon voorbij.
  12. Tijdens de eerste drie rondgangen dienen alle mannen een handeling uit te voeren genaamd ar-Raml. Een snelle pas dat gepaard gaat met het bewegen van de armen en de benen, waardoor de man zijn fysieke kracht toont. Daarnaast moeten de mannen gedurende alle zeven rondgangen met al-Idhtibaa komen. Al-Idhtibaa is het dragen van de Ridaa’ (bovenstuk van ihraam-kleren) onder de oksel. Het uiteinde van de Ridaa’ gooit men over de linkerschouder. De rechterschouder blijft dus onbedekt, terwijl de linkerschouder wel bedekt is. Wel dient men na At-Tawaaf de Ridaa’ weer gewoon te dragen en beide schouders te bedekken. Let op: slechts bij je aankomst-Tawaaf dien je je rechterschouder te ontbloten en de eerste drie ronden snelle passen/ar-Raml te verrichten. Bij alle overige Tawaafs, zoals bijvoorbeeld Tawaaf al Ifadah of Tawaaf al Wada’ niet. Bij de laatste Shawt/rondgang loop je langs de groene lamp richting Maqaam Ibraahiem om de Tawaaf af te ronden. Je eindigt dus bij de zwarte steen en stopt niet eerder.
  13. Vervolgens vertrekt men naar Maqaam Ibraahiem en reciteert:

    Wattagidoe min Maqaami Ibraahiema Mosalah.

    وَاتَّخِذُوا مِن مَّقَامِ إِبْرَاھِیمَ مُصَل

    En neemt Maqaam Ibraahiem tot een gebedsplaats. (Soerat Al-Baqarah 2:125)

  14. Men verricht vervolgens twee rak’aat achter Maqaam Ibrahiem indien dit mogelijk is, anders op een afstand van Maqaam Ibraahiem. Blijkt dit laatste ook niet mogelijk te zijn dan worden deze twee rak’aat waar dan ook binnen de moskee verricht. Tijdens de eerste rak’ah van het gebed die men achter Maqaam Ibraahiem verricht, reciteert hij na Soerat Al-Fatihah Soerat Al-Kafiroen en tijdens de tweede rak’ah reciteert men Soerat Al-Ichlaas. Net zoals je dagelijkse gebeden bid je het overdag zacht en ’s avonds hardop.
  15. Ga vervolgens naar Zamzam en drink veel water. Ook kun je een deel van het water over jouw hoofd gieten. Verdiep je in de soennah-manier (zoals het drinken met drie adempauzes etc.) van het drinken van Zamzamwater. Je kunt de volgende smeekbede uitspreken:

    Allahumma inni as-aluka ‘ilman nafi’an wa rizqan wasi’an wa shifa-an min kulli da

    اللَّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ عِلْمًا نَافِعًا وَرِزْقًا وَاسِعًا وَشِفَاءً مِنْ كُلِّ دَاءٍ

    O Allah, ik vraag U om profijtvolle kennis, overvloedig levensonderhoud en genezing voor alle ziekten.

  16. Ga terug naar de zwarte steen om deze, indien mogelijk, aan te raken. Waarschijnlijk kun je er niet bij vanwege de drukte, ga dan direct door naar as-Safa.
  17. Begeef je vervolgens richting as-Safa en als je deze nadert zeg dan het volgende:

    Inna as-Safa wal-Marwahta min sha’aa iril-lah, famen hadjja al-baita aw-i’timara fa-la djonaha ‘alaihi an yatawafa bihima waman tatawa’a gairan fa inna-llaha shakiron ‘aliem.

    إِنَّ الصَّفَا وَالْمَرْوَةَ مِنْ شَعَائِرِ اللَّهِ ۖ فَمَنْ حَجَّ الْبَيْتَ أَوِ اعْتَمَرَ فَلَا جُنَاحَ عَلَيْهِ أَنْ يَطَّوَّفَ بِهِمَا ۚ وَمَنْ تَطَوَّعَ خَيْرًا فَإِنَّ اللَّهَ شَاكِرٌ عَلِيمٌ

    Voorwaar, as-Safah en al-Marwah behoren tot de symbolen van Allah. Wie dus de Hadj naar het huis of de ‘Umrah verricht; het is geen zonde voor hem om het lopen tussen beide (as-Safah en al-Marwah) te verrichten. En eenieder die vrijwillig goed doet: Voorwaar, Allah is dan Waarderend en Alwetend. (Soerat Al-Baqarah 2:158)

    Vervolgens zeg je het volgende:

    Abda-oe mimma bada-a bihi-llah

    أَبْدَأُ مِمَّا بَدَأَ بِهِ اللَّهُ

    Ik begin met datgene waarmee Allah is begonnen.

    Al het bovengenoemde zeg je slecht bij de start bij as-Safa.

  18. Ga vervolgens op (de heuvel van) as-Safa staan, richt je tot al-Ka’bah en zeg, terwijl je je handen omhooghoudt: “Allahoe Akbar” drie keer. Daarna zeg je drie keer het volgende:

    Laa ilaha illa-Lah wahdahoe laa sharika lah, Lahoe al-Moelk wa lahoe al-Hamd wa hoea ‘ala koelli shai-in qadir. Laa ilaha illa-Laho wahdah andjaza wa’dah wa nasara ‘abdah wa hazama al-ahzaaba wahdah

    لَا إِلَٰهَ إِلَّا اللهُ وَحْدَهُ لَا شَرِيكَ لَهُ، لَهُ الْمُلْكُ وَلَهُ الْحَمْدُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ.
    لَا إِلَٰهَ إِلَّا اللهُ وَحْدَهُ أَنْجَزَ وَعْدَهُ وَنَصَرَ عَبْدَهُ وَهَزَمَ الْأَحْزَابَ وَحْدَهُ

    Er is geen ware god, behalve Allah alleen. Hij heeft geen deelgenoot. Aan hem behoort de Heerschappij en alle lof. Hij brengt tot leven en hij doet sterven en Hij is almachtig over alle zaken. Er is geen ware god, behalve Allah alleen. Hij heeft zijn belofte waargemaakt; Hij heeft zijn dienaar de overwinning geschonken en Hij heeft alleen de bondgenoten verslagen.

    Tussen het zeggen hiervan doet men Du’a naar eigen keuze. Dus na de eerste keer doe je een smeekbede en na de tweede keer doe je weer een smeekbede.

  19. Ga naar beneden en beweeg je vervolgens zeven keer tussen as-Safa en al-Marwah, dit wordt ook wel as-Sa’ee genoemd. Als je bij de groene lampen boven je aankomt, is het de bedoeling dat je iets sneller loopt tot het einde van de groene lampen. Tijdens as-Sa’ee kan men de volgende Du’a doen:

    Rabbi-ghfir warham, innaka antal a’azull akram

    رَبِّ اغْفِرْ وَارْحَمْ، إِنَّكَ أَنْتَ الْأَعَزُّ الْأَكْرَمُ

    O mijn Heer, vergeef en wees genadig. U bent de Almachtige, de Meest Edele.

    En iedere keer als je aankomt bij as-Safa of al-Marwah, dan dien je deze te bestijgen en met dezelfde handelingen en smeekbeden te komen als toen hij as-Safa besteeg. In totaal verricht je deze handelingen 7 keer; bij het einde op al-Marwa hoef je niets meer te zeggen.

  20. Zowel tijdens at-Tawaaf als tijdens as-Sa’ee is er geen specifieke smeekbedes. Men kan dus elk willekeurige smeekbede -in welke taal dan ook- verrichten. Ook is er de mogelijkheid om de Koran te reciteren.
  21. Als je klaar bent met as-Sa’ee, dan dien je jouw haar kort te knippen of helemaal weg te scheren. Kaalscheren is beter dan knippen. Na dit te hebben gedaan, ben je klaar met je ‘Umrah en is alles wat verboden voor je was tijdens al-ihraam weer toegestaan.
  22. Stappen Hadj

  23. Hadj begint op de achtste dag van Dhoel-Hidjah, ook wel de dag van Tarwia genoemd.
  24. Men wast zich (Ghusl); parfumeert het lichaam; draagt de ihraam-kleren en treedt in de toestand van ihraam.
  25. Wederom dient men de intentie uit te spreken door het volgende te zeggen:

    Labaika Allahoemma Hadjen.

    لَبَّيْكَ اللَّهُمَّ حَجًّا

    Hier ben ik O Allah, voor het verrichten van al-Hadj

    Je hoeft niet nogmaals naar een Miqaat te gaan om de intentie uit te spreken. Je kunt de intentie bijvoorbeeld uitspreken vanuit je hotelkamer. Het is aanbevolen om na een gebed in ihraam te treden, maar het is niet voorgeschreven om speciaal twee rak’aat te bidden (bijvoorbeeld Nafila-gebed) om de intentie van ihraam aan te nemen.

  26. Als men bang is belemmerd te worden door iets zoals ziekte, dan voegt men hieraan een voorwaarde toe die hij aan Allah stelt door het volgende te zeggen: “Allahoemma mahlli haithu habastani”. Zie punt 5.
  27. Daarna kan men aanvangen met Talbiyah. Men stopt pas met het uitspreken van Talbiyyah nadat het laatste steentje geworpen is. Dit is op de dag van ‘Ied ul Adha, na het laatste steentje van de zeven te hebben gegooid naar de grootste pilaar Djamarah al ‘Aqaba.
  28. Vervolgens vertrek men van Mekka naar Mina. Dit ligt ongeveer 8 kilometer buiten Mekka. Het beste is om na Shoeroeq naar Mina te vertrekken om daar te verblijven totdat de volgende gebeden zijn verricht; al-Dohr, al-Asr, al-Maghreb, al-Ishaa’ en al-Fadjr. Op deze dag dient men de gebeden die uit vier eenheden bestaan in te korten. Je mag echter niet samenvoegen.
  29. Als de zon opkomt (al-Shoeroeq) op de negende dag van Dhoel al-Hidjah, dan dient men rustig te vertrekken naar ‘Arafah. Dit ligt ongeveer 14 kilometer van Mina. Let er goed op dat je niemand kwaad aandoet of tot last bent. Eenmaal in ‘Arafah aangekomen, dien je al-Dhor en al-Asr in te korten en samen te voegen.
  30. Als jij je in ‘Arafah bevindt, vermeerder dan het verrichten van smeekbedes en Dhikr (lofuitingen), dit terwijl jij je handen omhooghoudt:

    Laa ilaha illa Lah wahdahoe laa sharieka lah, lahoe al-Mulk wa lahoe al-Hamd wa hoewa ‘ala koelli shay-in qadier.

    لَا إِلَٰهَ إِلَّا اللهُ وَحْدَهُ لَا شَرِيكَ لَهُ، لَهُ الْمُلْكُ وَلَهُ الْحَمْدُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ

    Er is geen ware god behalve Allah alleen. Hij heeft geen deelgenoot. Aan hem behoort de Heerschappij en alle Lof en Hij is Almachtig over alle zaken.

  31. Men dient in ‘Arafah tot zonsondergang (al-Maghrib) te verblijven. Daarna dient men rustig naar Mozdalifah te vertrekken. Dit ligt op ongeveer 10 kilometer van ‘Arafah. Let erop dat je niemand kwaad aandoet of tot last bent. Eenmaal daar aangekomen dien je al-Maghreb en al-Ishaa samen te voegen. Je dient uiterlijk voor eindtijd van al-Ishaa aan te komen. De eindtijd van al-Ishaa is halverwege de nacht -de nacht is van al-Maghreb tot al-Fadjr- of één derde deel van de nacht, tenzij er nood is en je door omstandigheden niet op tijd kunt komen bij ‘Arafah. Daarna is het gewenst om direct te gaan slapen. Als men de volgende ochtend het Fadjr-gebed heeft verricht is het aanbevolen om je te storten op het verrichten van smeekbedes en lofuitingen, dit totdat het ochtendlicht goed zichtbaar wordt.
  32. Daarna begeeft men zich richting Mina zeggende: “Labaika Alahoemma Labaik, Labaika laa Sharika laka labaik. Inna-Ihamda wa-ni’mata laka wa-Imolk, laa sharika lak.”
  33. Eenmaal in Mina aangekomen, dienen de volgende handelingen verricht te worden:

    • Het achter elkaar gooien van 7 steentjes naar al ‘Aqabah. Dit is één van de drie uit stenen gebouwde pilaren gelegen in Mina. Deze Djamarah staat bij de ingang van Mina vanuit de richting van Mekkah en wordt ook wel de grote Djamarah genoemd. De steentjes zal je van tevoren van de grond moeten rapen en bij het gooien van ieder steentje dien je “Allahoe Akbar” te zeggen. De steentjes moeten net iets groter zijn dan een kikkererwt. De steentjes moeten in de basin (gat/afgebakend gebied) landen. Als het steentje de pilaar raakt en dan buiten de basin valt dan is dit dus niet geldig, dan moet je opnieuw gooien. Je bent niet verplicht de steentjes bij Muzdalifa te pakken, deze kun je ook vlak voor al ‘Aqaba pakken. Het beste is om de steentjes na al-Shoeroeq te gooien. Neem voor de zekerheid wat extra steentjes mee, mocht je misgooien/kwijtraken o.i.d.
    • Een offer aan Allah opdragen. Als je dit hebt uitbesteed dan ligt de verantwoordelijkheid bij hen. Je hoeft dus geen bericht te krijgen waarin staat dat je offerdier geslacht is.
    • Helemaal wegscheren of kortknippen van je haren, hoewel wegscheren beter is.

    De volgorde waarin deze handelingen plaatsvinden mag door elkaar.

  34. Met het gooien van de steentjes en het scheren of kortknippen van het haar treedt men in de eerste Tahaloel; een fase waarin men weer zijn gewone kleren kan aantrekken en alles mag doen wat eerder verboden voor hem was tijdens al-Ihraam, met uitzondering van het hebben van gemeenschap.
  35. Daarna gaat men richting Mekkah om Tawaaf al Ifadah te verrichten, oftewel Tawaaf van het Uitstorten of Tawaaf van Terugkeer. Deze Tawaaf mag men ook uitstellen -het beste is om niet uit te stellen- nadat hij helemaal klaar is met de resterende handelingen van de Hadj. Hierna ga je naar Maqaam Ibrahiem en daarna door naar Zamzam. Ook verricht hij as-Sa’ee. Zie uitleg bij stappen ‘Umrah.
  36. Na het verrichten van at-Tawaaf, keert men op deze dag van al-‘Ied terug naar Mina om daar die nacht én de daarop twee volgende nachten te blijven slapen. In dit geval heb je in totaal 70 stenen tijdens je Hadj nodig; 7+21+21+21. Het is ook toegestaan om maar twee nachten in Mina door te brengen. Dan heb je in totaal 49 stenen nodig: 7+21+21. Het overnachten in Mina is een verplicht onderdeel van het verrichten van Hadj.
  37. Tijdens de dagen die je in Mina doorbrengt, dien je iedere dag nadat de zon afwijkt van haar hoogste stand in de hemel (az-Zawaal, dit is ongeveer rond al-Dohr) 7 steentjes naar de al-Djamaraat te gooien. De kleine is Djamarah al Ula, de middelste Djamarah al Wusta en de grote Djamarah al ‘Aqaba. Men dient dus iedere dag 21 steentjes te gooien. En vergeet niet bij het gooien van ieder steentje “Allahoe Akbar” te zeggen. Bij de kleine Djamarah dien je na het gooien van de steentjes naar rechts af te wijken om even de tijd te nemen om smeekbedes te verrichten. Bij de middelste Djamarah wijk je af naar links om weer smeekbedes te verrichten. Na de laatste Djamarah zeg je geen smeekbedes. Smeekbedes doe je richting al-Ka’ba.
  38. Op het moment dat je wilt afreizen naar je land word je verplicht geacht om nog één keer at-Tawaaf te verrichten. Dit is Tawaaf al Wada’, oftewel de afscheidsrondgang. Bij elke Tawaaf, en dus ook bij deze, hoort Maqaam Ibrahiem van twee rak’aat.